Versgebakken pizza

DE GEUR VAN VERSGEBAKKEN PIZZA

…zonder uitjes, want uitjes horen niet op pizza, evenals shoarma enzo. Kamermeisjes die op hun tenen lopen om je maar niet wakker te maken, maar je bent al wakker, want de wereld is op jou aan het wachten. Je kijkt in de spiegel en beseft dat jij, Eros Ramazotti, vandaag wederom mooie dingen gaat doen. De keukenmeisjes krijgen een klap op hun billen en slaken lichte gilletjes, ze giechelen van genot. Geen moment zou het in ze opkomen om te protesteren tegen Het Orakel Eros. Vervolgens trek je je kamerjas aan, handgevlochten teenslippers en een blazer, en je loopt de straat op. Het volk roept je naam (”Oh Eros, zing voor ons!”), maar je stem is nog licht schor, dus werp je ze wat duizendjes toe. Je deelt nieuwe paartjes Prada ™ uit aan de zwervers, en ouwe vrouwtjes bieden je hun dochter aan. Met zachte stem zeg je dat ze contact moeten opnemen met de hoofdkeukenmeid. Ze buigen tien keer, misschien wel meer.

Eenmaal in de studio kuch je en brom je wat oneliners in de microfoon, gedoe over liefde en de vrouwtjes enzo. Daarna eet je een bak olijven. Je weet dat het goed zit. Je hebt weer een hit te pakken. Toch is er wat mis. Hit na hit na hit na hit na hit. Het begint een beetje saai te worden. Ooit besloot je een nieuw iemand te bedenken, om het voor jezelf wat spannender te maken. Concurrentie leidt tot motivatie. Concurrazioni motivazioni.
Spijker op de kop. Niemand die wist van je snode plannen!

Je gaf hem de naam Peter Andre, dat was een sensatie…
Twee voornamen achter elkaar, je baalde bijna dat je dat niet bij jezelf had gedaan toen jij ontstond.
Men vond het leuk wat Peter deed maar hij kon niet echt aan je tippen. Dus heb je je eigen creatie maar weer gedood. Soms zie je nog wat van z’n lookalikes op straat lopen, en dan geef je ze, uit pure meelij, een paartje Prada.
Je neef, God, verveelde zich ook en bedacht ene Satan. Een gozer die bijna bekender was geworden als jij er niet tussen was gesprongen. Achteraf hebben jij en je neef een hartig woordje gewisseld. Je zei op zachte toon dat ‘ie zijn carrière op het spel had gezet, dat ‘ie met vuur aan het spelen was (haha). Hij stond er verloren bij. Je gaf ‘m een flinke knuffel en zei dat het allemaal goed zou komen.

Het was diezelfde God die ooit zei dat ‘ie, als ‘ie kon zingen zoals jij, z’n gezicht vaker zou laten zien. “Ja, kan ik me voorstellen…”, zei je, want je hebt een hekel aan valse bescheidenheid (bah, bah, bah.). “Maar…”, zei je, “ieder heeft zijn eigen kwaliteiten”. Vervolgens heb je bijna tien uren lang over je denkbeeldige baard geaaid. Pure souplesse.
Ooit maakte je een nummertje samen met Tina “Long Crying Legs” Turner. Ik denk hier nog steeds met weemoed aan terug. Aanvankelijk twijfelde je een beetje of het geen niemendalletje was, maar al gauw besefte je dat het een giant leap for mankind was.

Gozer, tegenwoordig krijg ik weleens de vraag hoe het met je gaat, wat je tegenwoordig doet. Ik antwoord dan steevast “ontroerend goed”. Dat was een zelfbedachte grap, waar iedereen hartelijk om moest lachen. Nou ja, als jij ‘m maakte. Hoe het ook zij, we moeten maar weer eens gaan hangen, me dunkt. Soms mis ik je en moet ik mezelf een paar ferme klappen in het gezicht geven om niet in tranen uit te barsten.

Groetjes,

God.